de gapende vrouw aan het touw (voor de psychotische dame in de separeer)

nu we hem benoemd hebben, zei zij
en krabde haar kruis tot brokkelkaas
staat alles op zeer losse schroeven.

we hoeven maar te wachten, dacht zij
hij ruikt ons vanaf de horizon
de snuffelende rioolrat.

ik gaf haar een best eens gelijk
en bestreek haar met honing
omdat alles toch al zoemde, zoemde zij.

hij wordt niet graag gestoken, wist ze

vroeger las ik Claus, schreef ze
vroeger las ik Claus las ik
Claus, dacht ik, ze las

en ja, het wankelde, even voor hij kwam
de rat die haar at met huid
en alle boeken in haar hoofd.

Geen opmerkingen:

bestaan

ook mijn bestaan begon met bevallen en tot aan mijn laatste val zal ik wankelen op de grond is er nog niet in opstaan, verdergaan en ...