credo

ik geloof
in het karmozijn rode uitzicht waarin de luid voorbij schreeuwende meeuwen
zwenken in winden boven landen die smelten in smekende handen
ik geloof
in door de zon verzopen voorbijschuivende contouren losgeweekt van het weeë
lijf van mooie maar moede meisjes die nachten niets doen dan wachten
ik geloof
in wit marmeren lijven dooraderd met blauwe rivieren waarlangs
sirenes zingen over zompige oevers en voorbijgaande ondergaande zonnen
ik geloof
in het groengrijze woud van dwalen en wanen van wentelen en vergeten
van durven en dromen van draaien en keren van ondanks alles altijd proberen
ik geloof
in zwarte omjaste mannen met laag hangende wangen en diep ingevroren
wallen die in trage pas het pad onder vette zolen laten krijzeltanden
ik geloof
in de grote glazen vol schuimende dagen waarin vragen verzuipen
en mannen elkaar op lang vergeten schouders slaan
ik geloof
in het blauwe naakt waarin de witte schilderijen van oog tot oog
van mond tot mond van hand in hand van twee lijven éen maken
ik geloof
in het warme wachten op de harde waarheid die klaarheid brengt
in de zoete waan dat woorden de dromen zijn waarin ik woon

Geen opmerkingen:

bestaan

ook mijn bestaan begon met bevallen en tot aan mijn laatste val zal ik wankelen op de grond is er nog niet in opstaan, verdergaan en ...