de banaandag of de blauwe viool

"Groenten, maakt niet uit wat. Iets met ijs als toetje. Of, weet je, zie maar. "
De winkel ruikt naar anijs, waarom? Groenten, ijs. Hamburgers. Een dame in een rood rokje schenkt minuscule bakjes vol yoghurt. Om te proberen. Ik probeer niet. Ik probeer al genoeg in mijn leven. Het hele leven probeer ik te leven, dus nee, even geen yoghurt.
Als ik een banaan in mijn yoghurt wil, koop ik een banaan en doe ik die in mijn yoghurt. Dan kan ik nog zelf bepalen hoe groot de stukjes moeten zijn. Plakjes, brokjes, prakken; alles is ineens mogelijk. Schenk mijn bakje maar vol jenever, wil ik haar zeggen, maar ik vrees dat ze dan erg serieus gaat reageren. Zo kijkt ze uit haar poppeoogjes. Zwarte mascara verraadt haar neiging om 's avonds tot diep in de nacht in de donkerste kroegen bier te downloaden.
"Het smaakt niet eens naar banaan!"
Een jongen in bruine veterschoenen voelt zich beledigd. Bananenyoghurt die niet naar banaan smaakt.
Hij heeft gelijk. Bananenyoghurt die in de verste verte niet aan banaan doet denken. En zij maar poppeoogjes de winkel in laten stralen de hele dag. Alsof zij meer weet van bananen dan de veterschoen en ik. En óf zij meer van bananen weet.
Andijvie. Hoe moet dat ook al weer? Boontjes. Laat ik maar boontjes doen. Die ik dan zelf dop. Mag ik hardop lachen? Zouden de poppeoogjes mij dan de grond in staren? Zou ze met yoghurt gaan gooien? Ik houd van mijzelf, zeker als ik boontjes dop. Ik kan dat zo goed, dat ik er wellicht ooit mijn beroep van zou kunnen maken. De kunst is om één kant van de boontjes op te geven ten gunste van de andere kant.
Men schikt de boontjes op grootte, waarbij gelet dient te worden op de gemiddelde kromme van de boontjes ten opzichte van elkaar. Dan, een groot mes en wop! alle boontjes aan een kant gecoupeerd. Als jonge bouviers. Dan draait men de boontjes om, waarbij ditmaal het gemiddelde middelste van de langste boon en de kleinste boon gedeeld door twee de maatstaf is. Zo verliezen de langste boontjes niet al te veel en ontkomen de kleinste boontjes hun genadeslag niet.
Het zakje met voorgesneden boontjes is tot vandaag houdbaar dus daar krijg ik een fikse korting op en bovendien en een gratis oranje stikker waarop dat heel groot staat. Daar trap ik altijd in, met als gevolg dat ik vaak de dag erna de boel alsnog voor honderd procent in de kliko moet mikken.
De poppenoogjes komen mijn kant op.
Ik ren naar het ijs. De vrieskist beslaat zodra ik de deur opendoe. Bananenijs. Ter ere van de poppeoogjes eet ik vanavond bananenijs.
Als ik me omdraai staan de poppenoogjes ineens wel heel dichtbij.
"Weet je zeker dat je niet even wil proeven?"
"Ik heb al geproefd. Ben je dat vergeten? Samen met die man in die veterschoenen."
"Die iglo-spinazie man? Oh, nee, dat had ik niet in de gaten. Ik kon mijn ogen niet van je afhouden. Vind je dat raar?"
"Het lijkt mij niet zo gepast, dit gesprek. Is het niet? Houd je ook van bananenijs?"
"Mwa."
"Ik wilde je eigenlijk vragen of je ook jenever had. Dat werkt goed tegen de hoofdpijn. En ik vind het zulke leuke bakjes."

De oogjes stralen. Ik ben ontdekt. Ik ben verlinkt. Zou ze in contact staan met mensen achter de legeflessentransportband die stiekem de hele winkel in de gaten houden en precies kunnen zeggen welke mannen dit soort verleidingen niet kunnen weerstaan?

"Ik hou meer van bier, weet je dat er ook bananenbier bestaat?"
"Ja, dat heb ik wel eens gedronken bij de Ethioop op de hoek van de Marnixstraat. Ken je die?"
"Ja," zegt ze, "dat is met die kleffe oranje pannenkoeken, toch?"
"Ik woon daar om de hoek."

Mijn telefoon gaat, en als ik de oproep weg wil drukken stoot ik tegen de kalebas aan waarin het zoete smerige bananenbier geschonken is.
Waar ik ben? Waar ik mee bezig ben? Wat zij nu moet eten?
"Ik weet het niet" zeg ik en druk haar alsnog weg.
Poppeoog proost en het bier kletst over pannenkoeken.
Buiten schuift een ouwe bouvier langs, op zoek naar zijn staart.
Een man zonder hoofd groet de voorbijgangers. Ik heb altijd gehoopt dat hij een keer spontaan van zijn sokkel kwam en zijn vioolkist opende en daar de lucht op wonderlijke wijze deed trillen.
Ze heeft bruine veterschoenen.
Ik weet niet hoe ze heet.

Ze smaakt naar yoghurtvla.

Na afloop bleek het ijs inmiddels yoghurt geworden, bananenyoghurt.
Ik gooi de boontjes weg. De houdbaarheidsdatum van voorgedopte boontjes luistert nauwgezet.

2 opmerkingen:

De BGL Krant zei

Dubbel glas
hout
snijdt

Ik doe mijn best

Ruit zei

of:

dubbel
glas snijdt
hout

ik doe
mijn best

bestaan

ook mijn bestaan begon met bevallen en tot aan mijn laatste val zal ik wankelen op de grond is er nog niet in opstaan, verdergaan en ...