nacht VI

voel hoe de nacht
schuurt aan dit stenen lijf
niet langer wacht
tot de laatste zucht
de laatste heldere lucht
vlucht langs houten benen
in kieren naar de kelder
waar het koud is en oud
de pannen kraken
in de langzame maan
die zakt over de voegen
over de balken, over ons
ruik hoe zij slaapt
en gaapt in de gulle geuren
die zij duidt als liefde
aan een warm
klam lijf.

Geen opmerkingen:

bestaan

ook mijn bestaan begon met bevallen en tot aan mijn laatste val zal ik wankelen op de grond is er nog niet in opstaan, verdergaan en ...