drie gedichten en een overweging daartoe

1
wij hadden die avond teveel
en jij wilde naar huis
om daar op de bank
jij achterop
de band was lek
en het regende
jij was blij
met al die pech
met mij
ik legde je neer
streelde
haar en ging
2
ik had de trein gezien
de roos nog door het raam gegooid
ik had gerend
ik had gezwommen in mijn zweet
het had geregend
we hadden samen geslapen
in bed
lag jij en ik op de bank
we hadden gedronken
we hadden gedanst
je wilde
en bent gegaan
ik heb gewacht

3
we noemden matisse
of kroch
dronken grote glazen
dronken
we noemden bach
of bono
draaiden zongen zoenden
dansten
we noemden bank
bed
dwaalden vergaten verlieten
droomden
we noemden lelies
of rozen

4
als tijd tastbaar is
in lange halen op doeken te smijten is
als de laatste druppels
dwalen, druipen, uit de laatste ogen druipen
dan kruipt het langzaam
in mijn huid
het valt niet weg te smeren
niet af te krabben
het huilt in buiken van mijn baby
het schuurt onder barre voeten in glas

de jeuk van had ik maar
of had ik maar niet
als het door dagen dwarrelt als vlokken
in een leeg bed op een leeg veld
naakt en weerbaar
als het kruipende kind
dan slaap ik de dag
met ogen open dood

Geen opmerkingen:

bestaan

ook mijn bestaan begon met bevallen en tot aan mijn laatste val zal ik wankelen op de grond is er nog niet in opstaan, verdergaan en ...