langs de dagen, het jaar

dan toch ineens schreeuwt ze
op de minst onzichtbare plaats

naast het stenen bed.
de draaiende wind neemt af

en toe, gelang de dagen
de nachten, het jaar.

van ver kan ik haar horen
de tegenwind verdraait

woorden tot verleden tijd.
ik wil schreeuwen, laat me

ongewis, maar gehoord
in dichte vette klei.

stierf ik hier, ik zou niet huilen
liet ik alles los

wortelde ik mij in aarde.
nu slaap ik, onder luid protest

onder dit stenen kleed
in deze steenkoude nacht,

de dagen, het jaar.

Geen opmerkingen:

bestaan

ook mijn bestaan begon met bevallen en tot aan mijn laatste val zal ik wankelen op de grond is er nog niet in opstaan, verdergaan en ...