trap herzien

nee, dan het kraken van de tree
als zij naakt de trap afdaalt
zichzelf beloftes veroorlovend

er waait iets door haar ravenzwart haar
er zucht iets in haar woelige ogen
er druipt iets van haar rug

ja, zo zou zij dat doen
genadeloos breekt zij duizend vleugels
van een pasgeborene

tevergeefs, mijn vurige voeren
met al haar been, heup, neus
de veertjes van haar zwarte raaf

tussen elke treden breekt zij iets
nee, rolt, nee, breekt, nee rolt

nee, beukt zij alles wat mij lief is

stuk.

Geen opmerkingen:

bestaan

ook mijn bestaan begon met bevallen en tot aan mijn laatste val zal ik wankelen op de grond is er nog niet in opstaan, verdergaan en ...