Wanneer de winterwind dwars door mijn lichaam gaat
en zachte sneeuw mij als duizend messen slaat
wanneer stramme striemen schreeuwen in mijn huid
en de kerkklok moedig het laatste zonlicht luid
wanneer bij storm mijn stem breekt als een twijg
en ik bij gratie gods mijn gramschap verzwijg
dan vecht mijn lijf, mijn grauwe lijf…
wanneer de regen breekt op uitgespreide dijen
op gras en oren tikt in het ritme van het vrijen
en van dit weeë lijf de wijdste weemoed spoelt
wanneer het wolkendek de hete lijven koelt
wanneer duizelende dagen grommen van genot
en schuchtere schimmen schuiven langs schavot
dan huilt mijn lijf, mijn blije lijf….
wanneer de nederige nacht zich aandient als een vrouw
wanneer de nederige nacht zich vlijt en vraagt om trouw
wanneer de nederige nacht het grijze landschap is
wanneer de nederige nacht mijn wijze zotskap is
wanneer donkere uren zich schrammen aan schaam
wanneer de donkere uren bloeden van blaam
dan breekt mijn lijf, mijn krappe lijf…
waar zonnebloemen bloeien op de graven van mijn helden
wanneer de koeien loeien in mei en dronken dansen in de wei
wanneer de warme wind door mijn hoofd waait als kind
dan danst mijn lijf, mijn lieve lijf….
2 opmerkingen:
Roop, ik kan niets anders dan je gelijk te geven. Ik heb een nieuwe versie, met nóg meer kermis.
Een reactie posten