verdwaal III

daar waar jij ging
was harde wind en regen
de klei onder mijn voeten week
de boom sloeg haar takken langs
mijn gezicht bezweek onder de harde kou
en jij ging, jij ging, jij ging.

daar waar ik bleef
dreef langzame lucht zo zwart
over klei dat klampte aan mijn lijf
mijn zoete lijf gegeseld door wind
de wind zo koud zo straf, de wind blijft
de wind, wind.

uit zoete klei trekt niemand mij
omhoog, nooit meer
ga ik hier weg waar de wind in de boom
woont daar woon ik, woon ik
tot dit wonen in de wind verdwijnt
verdwijnt met mij, met mij
de wind, de wind.

Geen opmerkingen:

bestaan

ook mijn bestaan begon met bevallen en tot aan mijn laatste val zal ik wankelen op de grond is er nog niet in opstaan, verdergaan en ...